Dag beste vrienden en familie,

Deze keer ben ik laat aan om mijn kerstbrief te schrijven, acht december, nog net op tijd… maar toch met het gevoel steeds te laat te komen, zoals het dit jaar vaak was. Het werd een jaar met heel veel werk in Tapori, het resultaat van “uitgestelde zorg” met enkele trieste gevolgen, onder andere enkele tumoren bij jonge mensen, met nog maar weinig kans op genezing. Dit jaar waren er teveel verdrietige gebeurtenissen in onze familie en nabije omgeving. Maar tegelijkertijd waren er ook zoveel mooie dingen. We mochten onder andere ook weer veel mensen uit België ontvangen: kinderen met hun ouders, mensen op stage of als vrijwilliger, een uitdagend mooie inleefreis, vrienden-van-vrienden-van-vrienden die toevallig in de buurt waren, eigen familie, mensen op zoek naar wat rust en nieuwe ervaringen. Zo werd elke dag van dit jaar weer ten volle geleefd en beleefd, met tranen die ogen doen blinken van geluk en blijdschap of uit frustratie en boosheid of van verdriet. Ik laat die blinkende ogen de rode draad zijn in deze Vogel van Papier.

Wie bij denken aan blinkende ogen zeker in gedachten komen zijn enkele mama’s van kinderen met een beperking die voor het eerst naar Tapori komen. Ik herken ze al als ik hen in de wachtzaal zie zitten: ineengedoken en stil, met op de schoot een kindje in een deken gewikkeld, of wat op afstand in de gang met een groter kind dat men rustig probeert te houden, een trieste doffe blik met ook wel schrik in de ogen: “Wat zal de dokter zeggen over mijn kind? Wat zal het nog allemaal niet kunnen in zijn leven? Ik wil dat mijn kind leert lopen en naar school kan zoals alle andere kinderen… Maar eigenlijk weet ik dat dat niet kan… Waar is er wel een plekje voor mijn kind, om te leren wat het wel kan… Ik had nooit gedacht dat dit me zou overkomen…”. De doffe blik in hun ogen zien veranderen in blinkende blije ogen is mooi.

Dit jaar zagen we bijzonder veel nieuwe mensen. De pandemie zorgde voor een lange quarantaine van bijna twee jaar, waarbij veel kinderen niet naar buiten kwamen en ontwikkelingsachterstand achter de muren van de kamers verborgen bleef. Wanneer men al dacht dat er iets met een kindje aan de hand was, dan stak men het op het gebrek aan stimulatie. ’t Zou wel goed komen… Nu gaan ouders weer werken. Kinderen gaan voor het eerst naar het dagverblijf of keren na twee, drie jaar terug naar school, en blijkt dat sommige moeilijkheden dan toch ernstiger zijn dan gedacht en gehoopt.

We delen in “wel en wee” enkele verhalen die misschien ook wel aan Kerstmis doen denken. ’t Zijn verhalen die misschien ook boos en triest maken. Want veel miserie had kunnen voorkomen worden. Iemand van onze familie vroeg me onlangs: “Geraak jij niet getraumatiseerd van al die erge verhalen…?”. Trauma is niet het juiste woord. Frustratie misschien wel. Ik vrees dat ik nooit een antwoord zal krijgen op mijn vraag “waarom mensen, in het bijzonder dokters en ander gezondheidspersoneel en mensen die verantwoordelijk zijn voor het lokaal en nationaal beleid niet altijd hun best doen”. Als iedereen gelijk waar en in gelijk welke positie gewoon eerlijk en toegewijd zijn best zou doen… zou het op de wereld zeker een beetje beter gaan. ’t Kost niets en je krijgt er zoveel voor terug. Je moet in Tapori maar ne keer komen kijken om te zien hoe gelukkig kinderen worden. De lach van kinderen die buiten spelen, in het bijzonder van Yoey, is zo aanstekelijk. En hun ogen blinken als die van geen ander. Het doet goed om te mogen proberen goed te doen, om kinderen binnen hun mogelijkheden vooruit te zien gaan of op zijn minst pijn te verzachten, om samen met ouders nieuwe en onbekende wegen te zoeken. En als die weg dan toch ten einde loopt, dan steken we dankbaar een kaarsje aan…

Ik stuur jullie hier als “kerstkaartje” een foto van Sheyla in Tapori, met ogen die blinken van deugnieterij en levensvreugde. We wensen iedereen het komende jaar heel veel ogen die blinken van geluk!

Zalig kerstmis en een heel gelukkig nieuw jaar!

Inge en Saulo, onze kinderen en alle mensen van Tapori.