Maandag 16 juni: Jairo, een nieuwe “goede dokter”
In de huisartsenconsultatie in Tapori voorzien we met drie dokters een volledig uurrooster. Kathy werkt al vele jaren mee, eerst halftijds en later, toen ze meer werk kreeg in een privaat ziekenhuis in Quito, alleen nog op zaterdagvoormiddag. Ik doe de consultaties op maandag, woensdag en vrijdag. En tot voor kort kwam Marina, een jonge huisarts, op dinsdag en donderdag naar Tapori. Maar zij kreeg meer werk aan de universiteit waar ze les geeft aan studenten geneeskunde. Daardoor moest ze de laatste tijd dikwijls “passen” en lukte het almaar minder om naar Tapori te komen. Tijd dus om iemand anders te zoeken, met spijt in het hart, want Marina kwam graag en deed haar werk heel goed.
Vorig jaar, toen ik naar België kwam, werd ik vervangen door Jairo, een jonge arts die we via via leerden kennen. Hij werkte eigenlijk maar een paar uur per week als arts, enkele wachten in donkere private kliniekjes in het koloniale Quito, enkele uren in het ambulant medisch team van een private verzekering dat bij oproepen huisbezoeken aflegt. Voor de rest hielp hij zijn moeder in hun winkeltje dicht bij de San Francisco kerk in het oude koloniale Quito en zorgde hij ook voor zijn zus die een ernstige beperking heeft. Ik laat hem even aan het woord:
Ik wilde graag chirurg worden, maar het lukte me niet om een plaats voor specialisatie te krijgen in het openbaar systeem. In het private systeem kan je wel een plaats “kopen”. Maar dat is heel duur en eigenlijk ben je niet zeker van een goede opleiding. Ik leerde tijdens mijn stages een heel goede chirurg kennen. Hij opereerde als de beste. Maar hij gooide met de pincetten en scharen om zich heen en schold iedereen omver. “Ik ben de allerbeste, en daarom kan ik het me permitteren om zo te handelen!”, riep hij dan.
Beginnen werken in het openbaar gezondheidssysteem was een andere optie, iets wat de meeste pas afgestudeerde artsen die zelf uit de lagere sociale klasses komen doen.
Maar daar werd ik ziek van. De mensen komen daar niet op de eerste plaats. Als dokter krijg je elke morgen een lijst met patiënten, om de 15 minuten iemand anders, waarbij je minstens de helft van de tijd bezig bent met het invullen van gegevens op de computer. Zo blijft er maar weinig tijd over voor diegene die ziek voor je zit. Als iemand drie gezondheidsproblemen had, dan moest je zeggen dat je alleen het “meest belangrijke probleem” kon behandelen. En wanneer iemand een labo-onderzoek nodig had, kon dat vaak pas na een maand, en dan nog voor een beperkt aantal onderzoeken. En dan zag je die persoon misschien een maand later pas terug… Ongelooflijk inefficiënt bijvoorbeeld bij een babietje met koorts die misschien door een urineweginfectie komt, of bij iemand bij wie de suikerziekte ontregeld is, of erger nog, bij iemand die misschien kanker heeft. Voor doorverwijzing naar een specialist zijn er onnoemelijke wachttijden, soms jaren… Het openbaar systeem werkt niet, en zo doofde mijn droom en passie om een goede dokter te zijn stil uit.
Het verhaal van Jairo is ons niet onbekend. Het openbaar systeem is inderdaad ten voeten uit inefficiënt. Maar met deze uitleg is voor mij de kous nog niet af, want eigenlijk gaat het om een “georkestreerde inefficiëntie”, heel nauw verbonden met corruptie: In het ziekenhuis is er geen medicatie voorhanden. Maar alles wordt wel verkocht in de private apotheken aan de overkant van de straat, vaak dan nog wel de medicatie die uit de apotheek van het ziekenhuis gestolen wordt. En de echo- en CT-toestellen zijn keer voor keer kort na herstel weer kapot. Aan de overkant van het ziekenhuis draait wel een private radiologiedienst op volle toeren, dikwijls met dezelfde dokter van het openbaar ziekenhuis. Wie kan betalen, steekt met het voorschriftje uit het openbaar ziekenhuis de straat over, en keert dan met het resultaat van de onderzoeken terug, om daarna, als je een operatie nodig hebt, opnieuw aan de overkant van het ziekenhuis gesteriliseerd materiaal te kopen…
Bij het herlezen van deze teksten, zijnde 19 september, herinner ik me beschamend en heel triest nieuws dat op 14 augustus in een ecuadoraanse krant verscheen. Het artikel blokletterde: “Na de tragische dood van 12 pasgeboren kinderen neemt het leger de administratie van drie openbare ziekenhuizen van het Ministerie van Volksgezondheid in Guayaquil over”. Naar de doodsoorzaken blijft het gissen, want tegenstrijdige informatie wordt verspreid. De mensen van het ministerie zeggen dat het komt door vroeggeboorte, maar dat is iets wat altijd voorkomt en niet alle kinderen waren te vroeg geboren. Anderen zeggen dat materialen voor eenmalig gebruik, zoals zuurstofcanules, bij gebrek aan nieuwe en zonder de gebruikte te steriliseren bij verschillende kinderen dienst deden. Zo kregen moeilijk te behandelen infecties vrij spel, met alle trieste gevolgen vandien. We zijn nu eind september, en we horen hier niets meer over. Maar het feit dat het leger het beheer van de ziekenhuizen overnam, toont dat het meer dan tijd was om orde op zaken te stellen. Ondertussen rouwen 12 gezinnen om een kindje dat anders nu misschien zou beginnen lachen en brabbelen.
Dat openbaar systeem is echt een rotte boel waar nieuwkomers geleerd worden hard te zijn. En dan is het plooien of breken. Er zijn wel mensen die goed willen werken, maar ze worden verstikt en verjaagd door een maffia die er de touwtjes in handen heeft. Zo was instappen in die corrupte mallemolen die vierkant draait, voor Jairo geen optie, net zo min als de kans om zich in te werken in het private systeem waar de rijke bovenlaag van de ecuadoraanse bevolking met toegang tot dure private ziekteverzekeringen gebruik van maakt. Maar dat is een relatief kleine wereld van “ons-kent-ons”, waar je als buitenstaander maar moeilijk toegang toe krijgt.
Voor jonge artsen is op zelfstandige basis een kleine huisartsenconsultatie uitbouwen voor de mensen uit de brede onderlaag waar ze zelf uit komen dan misschien wel een droom. Maar die mensen gaan bij gezondheidsproblemen eerst naar het openbare gezondheidssysteem, in de hoop daar gratis geholpen te worden. Eenmaal het moeilijker wordt, zoeken ze elders hulp, maar opnieuw… zo goedkoop mogelijk. En dan zijn er dokters die achter een gordijn in een achterkamer van de kleine apotheekjes patiënten zien voor een appel en een ei, daarenboven gebonden aan vooraf ingevulde voorschriftjes met medicatie, aangeprezen door vertegenwoordigers en reclame op de televisie… Voor iemand die gewoon een goede zelfstandige huisarts wil zijn in Ecuador, is het daarmee heel moeilijk om voldoende patiënten te zien en daar deftig van te kunnen leven… En in die knoop zat Jairo helemaal vernesteld…
Zo belden we hem enkele dagen geleden opnieuw op met de vraag of hij in Tapori wilde komen werken. Hij kwam diezelfde namiddag al langs, en op zijn gezicht was blijdschap en ook een beetje ongeloof te lezen: Mag ik echt terugkomen? Het feit dat we hem terug opbelden was een bevestiging van het feit dat hij het tijdens de vervanging van vorig jaar goed had gedaan. En hij was misschien nog wel blijer om een aangename werkplek te vinden, waar hij echt een goede dokter kan en mag zijn.
Zo zie je maar: Onder die donkere en negatieve informatiewolk over corruptie en boosdoenerij zitten er zoveel goeie en capabele mensen… Het wordt tijd dat al die mensen wat meer lucht en licht krijgen, dat ze gezien worden en kansen krijgen! Welgekomen in het Tapori-team, Jairo!
Vrijdag 13 juni: Het mag ook eens gezegd: Niet alle ambtenaren zijn “sapos” of “burros”
In vorige nieuwsbrieven schreef ik al vaker mijn ergernis en frustratie over burocratische ambtenaren die lijden aan het kikker- of aan het ezel-syndroom van me af. Over het kikkersyndroom schreef ik in de vogel van papier van maart. Die vind je gemakkelijk terug op de website www.vogelvanpapier.be. En het ezel-syndroom vindt zijn oorsprong in een spellingsfout, waarbij “burocracia” met twee letters “r” “burrocracia” wordt. En burro in het spaans is ezel… Bij deze.
Maar zoals de titel hier zegt: Niet alle ambtenaren blijken aan deze syndromen te lijden want soms kan het ook eens snel en goed gaan:
Ik begon vandaag, eerlijk gezegd met lood in mijn schoenen, aan de eerste stap om mijn visum van mijn oud paspoort naar mijn nieuw paspoort te laten overzetten. Daarvoor moet je immers een kaftje maken met acht documenten, waarmee je dan in de migratiedienst die overschrijving kan aanvragen.
Maar voor vier van die acht documenten moet je op zich ook een aanvraagprocedure opstarten… en daar kan het één en ander fout lopen. Zo had ik enkele jaren geleden een “migratie-certificaat” nodig. Dat is een document waar je ganse migratie-geschiedenis in staat, althans al datgene wat door de ecuadoraanse douane geregistreerd wordt bij het binnenkomen en weggaan uit Ecuador. Toen bleek dat ik bij die douanedienst eigenlijk drie keer bestond, want met het nummer van mijn ecuadoraanse identiteitskaart kwamen ze in de computer uit op drie dossiers. Telkens was mijn naam of voornaam met één of twee lettertjes anders geschreven. De ambtenaar die dat zag zei toen dat ik een procedure moest opstarten om van “drie-maal-ik” toch “één-maal-ik” te maken. Ik kreeg toen gelukkig wel het document dat ik aanvroeg, weliswaar onvolledig maar allez, dat gaf toen blijkbaar niet. En ik ben daarna niet meer teruggegaan om die procedure van “heréénmaking” aan te vragen.
Daarom vreesde ik deze morgen dat ik deze keer bij die douanedienst mijn document niet zou krijgen. Vandaar dat lood in mijn schoenen. Maar voor ik vertrok, bedacht ik me: Misschien moet ik toch nog eens kijken of die douanedienst ondertussen wat gedigitaliseerd is, en misschien kan ik online het één en ander doen…
En amai… dat ging nogal een vaart. Bleek inderdaad dat ik alles online kon doen: Snelle aanvraag, snel antwoord met de vraag of ik binnen de 15 minuten een videowhatsapp kon doen, binnen de 15 minuten een vriendelijke politieagent aan de lijn die mijn identiteit controleerde (gewoon even voor de camera verschijnen en mijn identiteitskaart tonen), online betaald en na een uur dat document in mijn mailbox!
Ik geloofde het bijna niet, maar echt waar… Of die manier van werken nu efficiënt is op het vlak van illegale migratie… dat is iets anders. Maar voor iemand zoals ik, die niets op zijn kerfstok heeft: schitterend. Ik heb deze keer heel blij de bijhorende enquete over de service met veel plezier en met 10 op 10 ingevuld.
Ik bekeek het ganse document nog even, bezorgd toch wel want de lijst van weg-en-weer van België naar Ecuador en omgekeerd leek toch wel heel lang… En inderdaad, er staan tussen de waarlijke reizen die ik zelf maakte toch ook een aantal korte weg-en-weer-reizen die ik echt nooit maakte. Waarschijnlijk waren één of twee van die dossiers die op mijn naam stonden dan eigenlijk niet ik maar iemand anders… Of wie weet wie dan wel onder mijn naam weg en weer reisde… Of misschien waren het ook alleen maar onschuldig gemaakte typefoutjes… Hmmm… Ik blijk nu wel “her-één-gemaakt”, maar dan wel misschien met één of twee andere mensen onder mijn vel… Ook niet heel aangenaam gedacht, maar goed, ik ga me daar nu niet mee bezig houden en geen dode koeien uit de gracht halen. Ik ben blij met mijn eerste papierke!
Dinsdag 24 juni: corrupt, corrupter, corrupts!!!
Pfff… veel te vroeg victorie gekraaid! Ik wilde vorige vrijdag in alle overmoed ineens ook het volgende papierke binnenhalen, maar dat was een ander paar mouwen.
Document 2 is een bewijs dat ik beschik over “voldoende stabiele en regelmatige middelen van bestaan”, kwestie dat men in Ecuador “geen kosten aan mij heeft”. Dat kan je onder andere aantonen met een bewijs van aansluiting bij de sociale zekerheid. Ik ben nog altijd aangesloten bij de belgische RSZ, dus zou ik dat bewijs van aansluiting kunnen gebruiken, want dat aanvragen heeft niet veel om handen.
Maar dat document is in het nederlands, en zo’n papier zou wel eens een vals document kunnen zijn. Daarom moet zo’n document dan eerst beëdigde vertaald worden. En dan moet dat spaanse document “geapostilleerd” worden. Dat is een internationaal legalisatie-proces van handtekeningen, kwestie van de authenticiteit van documenten te bevestigen. En daarvoor zou ik eerst een afspraak moeten maken in het belgisch consulaat in Quito en daarna in het ecuadoraans ministerie van buitenlandse zaken.
Een lang proces en een dure kwestie ook. Maar volgens een vlaming die hier ook al lang woont, was er een goed alternatief: Je kan je online voor een maand aansluiten bij de ecuadoraanse sociale zekerheid, het document van aansluiting downloaden, en je dan weer uitschrijven. Hups, in één twee drie en voor nog geen 80 usd… Dat doe ik dan maar, dacht ik…
De online inschrijving verliep vlot. Maar om het bewijs van aansluiting te kunnen downloaden moest ik me dan toch eerst persoonlijk aanmelden bij een administratieve dienst van de Ecuadoraanse Sociale Zekerheid in Quito om mijn persoons-gegevens te actualiseren.
Zogezegd zogedaan… Gezien we toch in Quito moesten zijn, ging ik ineens naar zo een kantoor. Saulo ging mee… Misschien voelde hij al met zijn ellebogen dat het daar niet zo vlot zou gaan. En inderdaad… aan de receptie begon het al: Er stonden een tiental mensen voor ons, en om de vijf minuten mochten we een stapje vooruit. Zo was er tijd om die mevrouw in dat loketje te observeren… niet goed voor de gezondheid want de adrenaline in mijn bloed vloog tegen het kookpunt!
Die madam daar was bitsig, authoritair, meer dan de helft van de tijd bezig met haar gsm (wist ik toen waarmee ze eigenlijk bezig was!), helemaal geen oogcontact, … een beetje zoals Priscilla de Luiaard in de film Zootopia, maar dan ook nog in onsympathieke versie…
Na een groot half uur was het aan mijn beurt.
“Wat heb je nodig”, zei ze.
Ik kom om mijn gegevens de actualiseren.
“Daarvoor moet je online een afspraak maken”.
Ik kreeg alleen het bericht dat ik me persoonlijk moet komen aanmelden in jullie dienst.
“Ja, maar met een online afspraak. Daar staan de computers”.
We gingen naar dat computer-eiland. Maar daar bleek niemand erin te slagen om ook maar iets gedaan te krijgen. Met eigen internet op de gsm lukte het ook al niet… “Het systeem werkt niet”, zei de bewaker aan de deur… “Je moet het later nog eens opnieuw proberen, best ’s nachts… dan is het systeem niet overbelast”.
We dropen af… net zoals de meeste mensen die voor en na ons in de rij stonden. Maar we waren nog niet goed buiten, en er stapten twee madamkes in mini naar ons toe: “Wat hebben jullie nodig? Een afspraak, een actualisatie van gegevens,… we helpen jullie graag. Kom maar mee”.
Ik voelde het al komen en wilde eerst niet mee. Maar Saulo zei dat het alleen maar zo zou lukken. We staken de straat over, naar een knaloranje tentje met eronder een plastiek tafel met een laptop en een plastiek stoel met een ander madamke met een gsm aan elk oor… Ze was het één en ander aan het regelen… We kregen een kaartje en moesten wachten. Dat duurde nogal lang en we staken over naar het tentje met het groene tentzeil aan de overkant, met dezelfde kantooruitrusting. Daar konden ze ons voor 20 usd binnen een half uur het bewijs van aansluiting geven.
Ik vroeg hoe ze dat geregeld kreeg. Saulo deed me teken dat ik zoiets beter niet vroeg. Maar dat madamke antwoordde lakoniek: “Adentro tenemos unos contactos”: Binnen hebben we enkele contacten!!! Welke contacten…: die bitsige madam aan de receptie die ook bezig was met haar gsm natuurlijk!!!
Saulo keek naar mij, ik natuurlijk knalrood van colére… maar niets aan te doen… Het was zo of het was niets. Thuis kon ik na enkele uren het document downloaden. En de twintig dollar die we ervoor betaalden zou zeker “eerlijk” verdeeld worden onder de madammen van de tentjes en die van de receptie!
Maar daarmee was de kous nog niet af… want ik moest me ook weer uitschrijven uit de ecuadoraanse sociale zekerheid, en bleek dat ik daarvoor niet anders kon dan toch dat fameuze actualisatie-proces-met-als-eerste-stap-een-online-afspraak-vastkrijgen moest doorlopen. Dat lukte op zaterdagavond om 23.45 uur. Dan bleek het systeem inderdaad niet overbelast, zoals de bewaker ons gezegd had.
Ik zorgde dat ik er ruim op tijd was. Je zou je afspraak maar eens moeten verliezen. En zo kon ik nog eens goed dat corrupte systeem observeren, want die bitsige-luiaard-madam-van-de-receptie was nog altijd druk in contact met die andere madammen-onder-het-oranje-en-het-groene-tentzeil-aan-de-overkant.
Toen het aan mijn beurt was om mijn gegevens te actualiseren, in een loketje naast de bitsige vrouw, werd zonder op of om te kijken mijn ecuadoraans identiteitskaartje gevraagd. Het werd in een kaartlezer gestoken en ik kreeg het na 20 seconden terug. “Het is in orde”, en ik mocht gaan. Dat actualisatieproces was dus al bij al nog geen minuut werk! De afspraak op zich zou wel 15 minuten duren, zag ik op de agenda… Maar natuurlijk, in die 14 minuten die overbleven, waren die mensen druk bezig met het onderhouden van hun contacten en met het verdienen van een dubbele pre… Ongelooflijk… hoe kunnen mensen zo corrupt zijn, dan nog wel bij klaar daglicht, met visitekaartje en al, want dat kregen we van die madam-in-mini onder het oranje tentziel… “voor moesten we nog eens haar diensten nodig hebben”.
Eigenlijk weten we wel dat dergelijke situaties de ecuadoraanse en andere economieën in stand houden… Maar weer met je neus op de feiten gedrukt worden en alles zo voor je ogen, schaamteloos, zien gebeuren… dat was toch wel weer confronterend… Maar goed, met het voornemen om positief te blijven in mijn hoofd… hoop ik dat dit dan toch materie was voor een onderhoudend schrijfseltje.
Zondag 29 juni: De mama van Saulo, moeder Olga 96 jaar
Vandaag vierden we de 96ste verjaardag van de mama van Saulo, met taart en muziek, zoals het hier in de familie niet anders kan. Er werd weer veel gezongen, onder begeleiding van fluit en gitaar. En mamita Olga zong mee, vooral liedjes van vroeger, die haar herinnerden aan haar eigen vader die zelf ook muzikant en artiest was.
De mama van Saulo verloor op heel jonge leeftijd haar vader en haar moeder. Ze ging niet naar school en kwam als kind van een stad aan de kust naar Quito, om hier bij verre familie “voor kost en inwoon” te helpen in het huishouden. Daar heeft ze geen mooie herinneringen aan. Ze werkte in textielfabrieken, soms twee shiften per dag. Ze kreeg 10 kinderen, 27 kleinkinderen, tot nu toe 26 achterkleinkinderen en ondertussen ook al één achter-achterkleinkind. Ze kweekte kippen en varkens en had een grote moestuin. Alle kinderen hielpen mee. Verre van een gemakkelijk maar toch heel mooi leven. Feliz cumpleaños, mamita Olga.
Zaterdag 5 juli: Geslaagde ateliers en opendeurdag
Gisteren was weer een mooie dag in Tapori. We hielden opendeurdag, deze keer met als voornaamste doel mensen gevoelig te maken voor moeilijkheden waar mensen met een beperking en hun familie dagelijks mee geconfronteerd worden. De lokale burgemeester en enkele schepenen van Pomasqui, en de directeur van het wijkgezondheidscentrum en een assistent gingen ook in op onze uitnodiging en kwamen naar Tapori. En dat maakte ons heel blij. Want tot nog toe lukte het maar moeilijk om echt samen te werken, misschien omdat we niet zomaar applaudiseren en ja knikken maar situaties blijven aankaarten en aanklagen. Deze keer was anders… een teken van erkenning en waardering, nog een stapje verder naar betere samenwerking en goed beleid… laat ons hopen…
We maakten er een “belevingsdag” van. Zo lieten we mensen ervaren hoe het is om zelf een tijdje in een sta-apparaat te staan. Of om zelf in een rolstoel te zitten en langs de straat, met een stoep vol kuilen en obstakels, tot naar de volgende hoek gereden te worden. In de consultatieruimte speelden we een rollenspel, waarbij twee bezoekers zondermeer in de rol van kersverse ouders gedropt werden. Maar hun kindje was te vroeg geboren en had daarbij door zuurstoftekort hersenschade opgelopen. We lieten hen verschillende momenten beleven en gebruikten daarbij de harde en ongepaste uitspraken van dokters, leerkrachten, therapeuten, … zoals ouders ons daadwerkelijk vertellen… Echte situaties dus, die voor kippevel en ook traantjes zorgden bij onze bezoekers.
Zo proberen we in Tapori naast het gewone dagelijkse “zorg”-werk ook sociale verandering teweeg te brengen, door als klokkenluiders aan de bel te blijven trekken en er beetje bij beetje voor te helpen zorgen dat meer mensen op de kar springen… Het deed ons echt deugd dat de mensen van de gemeente en van het wijkgezondheidscentrum naar Tapori kwamen.
Een andere manier om aan de bel te blijven trekken is aan studenten en al wie wil de kans geven om altijd bij te leren. Zo gaf Yesenia, die als ergotherapeut aan het hoofd van het kleuterklasje staat, enkele weken geleden een workshop over een methode om de ontwikkeling van kleine kinderen goed te evalueren. Daar namen zeven mensen die in een kleuterschool of dagverblijf werken aan deel.
Ik leerde die methode, die “De Tandem” heet, kennen tijdens een stage in Dominiek Savio. Het interessante ervan is dat je samen met ouders goed kan kijken waar hun kindje goed in is en ook waar er moeilijkheden zijn. En dan kan je samen met hen kijken hoe een volgend stapje kan gezet worden. In Ecuador vertaalden we De Tandem naar “El gusanito”, omdat hier geen tandems rondrijden, maar wel een gusanito, een vrolijke auto met verschillende aanhangwagentj
Yesenia had tevoren plankenkoorts omdat ze nog nooit “les gegeven had”. Maar ze ging samen met alle deelnemers zo op in de activiteit dat zonder vervelen de voorziene tijd ruim overschreden werd. Heel mooi om te zien hoe zo kennis en ervaring en middelen doorgegeven worden! Weer stapjes vooruit!
Donderdag 10 juli: Ja, ’t is eindelijk in orde!
Het is gelukt. Het visum is overgeschreven en ik ben weer helemaal legaal in het land. Toch was het vandaag ook in de migratiedienst nog even spannend. Ik kwam er ruim op tijd, ook weer samen met Saulo om mogelijke “onverwachte situaties” te helpen oplossen. Ik mocht met mijn kaft met de 8 verschillende documenten aanschuiven in de rij. Ondanks het feit dat alles erin zat, mooi in volgorde en volgens de voorschriften op de website van de migratiedienst, was ik er toch niet gerust in.
En niet onterecht… Twee papieren bleken dan toch niet de juiste… waaronder één… je raadt het al… dat papier van de aansluiting bij de sociale zekerheid. Dat bleek dan toch niet genoeg te zijn om te bewijzen dat ik beschik over “voldoende en stabiele middelen van bestaan”. Er moest nog een bankcertificaat toegevoegd worden. En een papier over onze gezinssamenstelling in Ecuador bleek ook niet het juiste te zijn. ’t Zweet brak me al weer uit, want dat kon toch niet lukken om die papieren nog voor het uur van de afspraak in orde te krijgen.
Maar… de man die aan die balie mijn kaftje nakeek, herkende mij. Hij was de broer van een jongeman met verstandelijke beperking die in Zambiza woonde. En ik was tijdens de pandemie bij die jongen enkele keren op huisbezoek geweest. Hij was toen heel ziek, en dat kwam door verkeerde dosissen in de medicatie tegen epilepsie. Het lukte om dat weer in orde te krijgen en die familie was daar wel dankbaar voor. Ik had zijn broer aan de balie niet herkend, maar hij mij wel…
Hij deed graag een wederdienst en verschoof onze afspraak naar enkele uren later. Zo reden we hals over kop met een taxi naar de bank en daar kregen we gelukkig snel dat certificaat. En daarna stonden we een eindje in de rij voor dat nieuwe papier van gezinssamenstelling. Net voor het middaguur stonden we opnieuw aan de balie, mochten we onmiddellijk door naar het kantoor van de mijnheer die mijn aanvraag bekeek, en herbekeek, en nog eens herbekeek… zodanig dat ik er opnieuw de zenuwen van kreeg, maar dan plots enkele stempels zette, mij enkele documenten liet ondertekenen, en zegde dat alles in orde was en dat ik mocht beschikken. Pfff….! Nu zeggen jullie misschien dat we zo op het laatst ook een lange arm gebruikten… Of toch niet? Eigenlijk was het een ongelooflijk toeval, kwestie van geluk, dankbaarheid en vriendelijkheid.
Zo ben ik nu weer goed voor zeven jaar, want zo lang is mijn belgisch paspoort geldig. Ondertussen heb ik misschien wel de moed om mij te laten “naturaliseren”, ook weer nog zo’n lelijk en onaangenaam woord, en de ecuadoraanse nationaliteit aan te vragen. Maar ook dat is weer een hoop papieren en geld, en voorzeker opnieuw mooi verpakt in een corrupt jasje… Ik zal er nog even over nadenken.
Donderdag 17 juli: Nog een kindje wiens wiegje niet op een goeie plek stond…
Hier dan toch een heel triest verhaal, waar niet veel goeds te vinden is. Want zonder te veroordelen, moet ik zeggen dat er toch mensen die van hun leven en dat van hun kinderen een puinhoop maken…
Gisteren stond er op mijn consultatie-agenda een nieuwe intake, dat wil zeggen, het openen van een nieuw medisch dossier van een kind met een beperking. Het meisje van tien jaar zat in een rolstoel, een beetje onrustig en toch ook nieuwsgierig. Ze keek rond, al ziet ze maar weinig. En praten lukte ook niet goed. Haar mama vertelde een verhaal, een waterval van woorden waar geen speld tussen te steken was… Een verward verhaal over hersenverlamming door slechte medische zorgen, en over haar man die, terwijl hij zich zelf in de douche waste, tegelijkertijd ook de baby van twee maanden wilde wassen en dat ze uit zijn armen gegleden was, en over een grote blauwe buil op haar voorhoofd en dokters die zeiden dat er niets aan de hand was, over epilepsieaanvallen plots na een maand, over ademhalingsstilstanden en opnames op intensieve zorgen, over een operatie die veel te laat gebeurde, en over het feit dat ze haar dochter al jaren lang niet meer naar het ziekenhuis brengt omdat ze de dokters niet meer vertrouwt, en dat ze voor haar dochter geen therapie of school of opvang vond…
Ik luisterde en keek ondertussen naar enkele CT-beelden die onder mijn neus gestoken werden… Op de fotos zag ik meer zwarte vlekken dan grijs-wit hersenweefsel… Vol twijfels onderzocht ik het kind dat me lief aankeek. Ik zei aan de mama dat ik de verslagen van de onderzoeken en van de opnames die ze meegebracht had zou lezen, en dat we elkaar de volgende week zouden terug zien.
’s Avonds werd mijn vermoeden bevestigd: Op één document van het ziekenhuis waar de moeder niet meer naartoe wilde, stond: “Vermoeden shaken baby”… Een doorééngeschud kindje, zo erg doorééngeschud dat er in haar hersenen en ogen verschillende bloedingen waren, en die bloedingen zorgden ervoor dat grote delen van haar hersenen en van het netvlies in beide ogen door zuurstoftekort afstierven…
Verschrikkelijk… ik weet niet wat ik allemaal voelde… boosheid en verontwaardiging… niet in het minst naar de moeder toe… die een verhaal vol leugens vertelde… misschien haar waarheid waarmee ze de situatie leefbaar houdt?
Ik vertelde dit allemaal aan Ximena, en we spraken af om voorlopig onze ogen op het kind te richten: enkele onderzoeken, het opstarten van de behandeling van de epilepsie, het opstarten van therapie en opvang in het kleuterklasje… voor het kind zelf en ook om met tijd en boterham misschien wat vertrouwen te winnen…
Op een dag zullen we met de mama een gesprek aangaan… over wat echt gebeurde, om te zien hoe groot het risico is dat dergelijke situatie zich herhaalt. Nu is er in dat gezin immers nog een zoontje van anderhalf jaar oud. En om te zien of enige psychologische begeleiding nodig en nuttig is…
Kindermishandeling… ik heb het gevoel dat we er met de jaren meer en meer mee te maken hebben. Enkele maanden geleden opende ik een ander dossier van een kind van drie, met foetaal-alcohol-syndroom. Zowel tijdens de zwangerschap als erna met de borstvoeding dronk zijn moeder geregeld grote hoeveelheden alcohol. Daardoor heeft hij verstandelijke beperking en ernstige gedragsstoornissen. Hij praat ook niet, en dat komt omdat hij bijna doof is door herhaaldelijke oorontstekingen die niet verzorgd werden…
Zo zou ik nog enkele verhalen kunnen vertellen… en ik blijf hier met een zucht piekeren… Hoe kan dat toch allemaal gebeuren…? Ik ben me goed bewust van het feit dat er tijdens de zwangerschap en tijdens de bevalling en ook erna zoveel kan gebeuren dat we niet hadden kunnen voorkomen of waar we weinig aan kunnen doen… Maar dat we door eigen toedoen een kind dat gezond had kunnen zijn zo beschadigen… dat wroet, gaat door lijf en leden en blijft hangen…
Vrijdag 29 augustus: Iedereen had zijn huiswerk goed gemaakt
Ik wil deze wel en wee toch “in schoonheid” eindigen en overdenk nog even wat er allemaal gebeurde in de tijd dat ik in België was. Moeilijk om er iets uit te pikken, want er waren zoveel mooie ontmoetingen. Maar iets wat toch wel bijzonder was, was het samenzijn met de familie en enkele vrienden uit de omgeving in het Gulleheem in Gullegem.
Ik had aan papa gezegd dat ik toch graag nog eens wilde samenzijn met tantes en nonkels, en dat ik hen graag een beetje wilde vertellen over Tapori en Ecuador. Dat was rap geregeld, want in ’t Gulleheem, waar tante Kristien woont, kregen we een zaaltje met alle faciliteiten ter beschikking. Uitnodigingen werden verstuurd en rondgedragen. Er werd taart gebakken en in de bar konden we grote kannen koffie bestellen. En er waren druiven, appels en peren te koop tvv Tapori.
Om in stemming te komen te komen toonde ik een powerpoint over “dertig jaar Tapori”. Met op de achtergrond enkele liedjes van Jayac vloeiden beelden vanzelf over. Het was muisstil… Daarna was er tijd voor vragen en antwoorden, want op de uitnodiging had ik geschreven dat iedereen een blaadje moest meebrengen met enkele vragen op, gelijk welke vraag: iets dat men graag wilde weten over Tapori, over ons leven in Ecuador, over iets uit de nieuwsbrief dat was blijven hangen… ’t Was mooi om zien hoe iedereen met zijn blaadje voor zich zat, hoe vragen gesteld werden en antwoorden kwamen, niet alleen van mij maar ook van de mensen die in al die tijd ook al eens of meerdere keren bij ons zijn geweest.
Dankjewel voor al wie er bij was, voor al wie meehielp, en voor de gastvrijheid in ’t Gulleheem! Die manier van samenzijn lijkt zeker voor herhaling vatbaar! In mijn agenda staat genoteerd dat ik nog enkele vragen moet beantwoorden. Dat komt zeker nog. En moesten er ondertussen nieuwe vragen zijn, laat maar komen, he.
Het is zo´n mooie namiddag geworden, die zoveel deugd heeft gedaan, net zoals zoveel andere mooie momenten van samenzijn!
Inge
