Van 14 oktober tot 28 november 2024 waren Nadine Verheuen en Annie Vancraeynest bij ons in Tapori. Nadine hielp als logopediste met communicatie-hulpmiddelen voor de kinderen van het kleuterklasje en in de namiddag was ze in de bibliotheek. Annie werkte in de voormiddag mee in de jongerengroep en leerde in de namiddag een groep enthoesiaste leerlingen kantklossen. Tijdens de weekends en de laatste week was er ook tijd om te reizen.
We hadden een heel mooie tijd samen en over hun wedervaren schreef Nadine een heel mooi boekje. Hier in de Vogel van Papier nemen we enkele stukjes op, vooral over hun belevenissen “buiten” Tapori. In het boekje vertelt Nadine verder nog over hun daguitstapje met Giovanni en Kathy, dat toch wel een heel spannend staartje kreeg, over de kinderen in Tapori, over het kantklossen en de bibliotheek, over hun reis naar Mindo, naar de Galapagos-eilanden en naar Cuenca, over de levendige koloniale stad Quito, en nog veel meer. Wil je hele boekje lezen dan kan je dat hier downloaden.
Door het verhaal te lezen krijgen jullie misschien ook wel zin om naar hier te komen. Iedereen is meer dan welkom, want door de al het negatieve nieuws dat jullie de voorbije jaren over Ecuador horen, missen wij hier de laatste tijd echt de aangename drukte van vrijwilligers en bezoekers! Veel leesplezier !
Veel leesplezier!
Over ons gastgezin: Cristina, Marcelo, Gus, Monse en José …
We logeren bij een gastgezin: het gezin van Cristina, boekhoudster op Tapori. We krijgen een mooie ruime kamer en wonen op een soort woonerf waar een vijftal huizen staan, omringd door enkele tuinen en parkeerplaatsen. Deze plaats is ommuurd en wordt afgesloten met een poort die altijd op slot is. We bevinden ons in Pomasquí, een voorstad van Quito, net onder de evenaar op de weg naar La Mitad del Mundo. Tapori ligt op 20 minuten te voet, enkele minuten met de auto. De reusachtige stad Quito bevindt zich in een langgerekt dal van 50 km lang op slechts 4 km breed, eigenlijk links en rechts ingesloten door hoge bergen.
Marcelo, de man van Cristina, zien we enkel in het weekend: hij bestuurt een schoolbus (een gele bus zoals in de USA) en staat ’s morgens op om 4 u. Hij doet verschillende shifts en komt laat thuis. We hebben wel het genoegen om samen zijn verjaardag te vieren: tijdens ons verblijf wordt hij 51 jaar en dat wordt gevierd met een reuze pizza die we samen bij Pizza Hut gaan afhalen.
Gus (Gustavo) is de oudste zoon, hij is 24 en studeerde voedingsleer. Hij woont samen met ons op onze bovenverdieping. Hij heeft een vriendin, “una novia”, die Julia heet. Er wordt op een natuurlijke manier nogal geheimzinnig gedaan over het liefje van Gus, vooral door zijn zus en broer, twee jongere tieners. Hij is een lieve jongeman die veel aan lichaamscultuur doet. Zo heeft hij vroeg in de ochtend een patiënt met wie hij gaat lopen. Onze bovenverdieping is meteen ook zijn ‘kantoor’. De rest van de familie woont beneden. Daar we eten regelmatig samen.
Monse (Monserrat) is bijna 15 jaar en een aanstormende giechelende puber. Zij draagt vooral glitter make-up en is een mooie, vrolijke en babbelzieke verschijning. José, de jongste, is 13 jaar en nogal zwijgzaam. Hij kijkt pienter uit zijn oogjes en wordt bij alles betrokken, al is hij eigenlijk nog een jongetje.
Op het woonerf wonen ook de broer van Cristina, zijn vrouw en dochter, en een mini-terriër of chihuahua die een beetje overvoed is maar tegelijk ook de lieveling van iedereen is. Deze familie leren we kennen bij het verjaardagsfeest van de dochter als die twaalf jaar wordt. Al deze jongeren gaan in de buurt naar school. Het bijzondere is dat ze les krijgen in twee shiften: ofwel in de voormiddag van 07u tot 13u ofwel in de namiddag van 13u tot 18u. Dat komt omdat er heel veel leerlingen zijn. Op die manier kunnen de klaslokalen twee keer gebruikt worden. Maar zelfs zo zitten er tot 38 leerlingen in één klas. Zo kan de papa ook meerdere schoolbusritten doen, de ganse dag rond….
We worden ook uitgenodigd op het feestje voor de 64ste verjaardag van papa van Cristina. Haar ouders wonen aan de kust en komen geregeld terug naar Pomasqui. Zo vernemen we dat de kamer waarin wij slapen eigenlijk de slaapkamer van de ouders is. Ze hebben twee bedden geplaatst in plaats van een dubbel bed.
Soms komt Cristina noodgedwongen ook koken bij ons omdat ons fornuis op gas werkt en dat van beneden op elektriciteit. Lang leve de elektriciteitsonderbrekingen!
Het voordeel van deze plek is dat we echt in gezinsverband leven. We zien hoe ze meestal flegmatiek omgaan met de power cuts, hoe het schoolsysteem werkt, hoe ze het weekend doorbrengen, hoe ze met elkaar omgaan, hoe vroeg ze opstaan en wanneer ze gaan slapen … We krijgen de lekkerste Ecuadoriaanse gerechten voorgeschoteld. We leren maïs in talloze vormen appreciëren evenals veel – maar dan ook opvallend veel – voor ons onbekende inheemse groenten en vruchten.

Cristina maakt er een punt van eer van om ons elke dag 3 perfecte maaltijden voor te schotelen. Wij betalen 18 dollar per dag voor kost en inwoon, alles inbegrepen! Als we op Tapori middagmalen dan brengt ze de maaltijd mee van thuis: vlees of vis, aardappelen of maïs, groenten of sla, vers fruit als dessert en altijd een geblenderd fruitdrankje van ananas, naranjilla, limoen, papaya, passievrucht…
Cristina is een vrouw met heel veel structuur. Ze bestuurt het huishouden als een boekhoudster. Ze is heel concreet en stipt in haar afspraken. Ze is tegelijk vastberaden en zachtmoedig, heeft een uitgesproken mening en veel gevoel voor rechtvaardigheid. Dat komt allemaal heel goed van pas in Tapori waar ze verantwoordelijk is voor de administratie en financies.
Over de middag brengt zij met hun auto een zestal kinderen naar huis. ’s Morgens worden diezelfde kinderen door Marcelo met de gele schoolbus opgehaald. Zo zijn het vermoeiende dagen voor Cristina, maar zij laat echter nooit iets merken en probeert alles altijd piekfijn in orde te hebben!
Zij beschermt ons ook – en niet zo’n klein een beetje – eigenlijk zoals iedereen hier: we krijgen te horen dat we best niet alleen op stap gaan, het is te gevaarlijk op straat, de tijden zijn heel erg veranderd in Ecuador… Inge nuanceert dit wel een beetje maar toch: een gewaarschuwde vrouw is er twee waard! We dragen bijvoorbeeld beter geen juwelen, we lopen niet met de gsm in de hand, we houden onze handtas dicht bij ons, onze routes worden uitgestippeld zodat we niet langs ‘gevaarlijke straten’ moeten lopen… Deze situaties worden in de hand gewerkt door jongeren die werkloos en zonder doel langs de straten lopen, die uit zijn op het stelen van geld om drank en drugs te kopen… Maar we worden heel goed opgevangen en begeleid, en we zijn ook niets slechts tegengekomen, dankzij alle goede zorgen van Cristina en haar man en iedereen in Tapori.
Pannacotta en chocomousse maken in Ecuador
Tijdens het eerste weekend van ons verblijf op Tapori wordt een groot ‘eetfestival’ georganiseerd. We zijn nog niet erg ingewerkt en nog niet vertrouwd met het reilen en zeilen maar we worden zonder poespas ingeschakeld in het totaalgebeuren!
We worden gevraagd om voor ‘desserts’ te zorgen en dan nog liefst desserts met een Vlaamse inslag. Daarom denken we onmiddellijk aan onze befaamde chocomousse en als tweede dessert kiezen we voor panna cotta omdat het ons haalbaar lijkt om die in grote hoeveelheden te maken. We beginnen te rekenen en gelatine blijkt al snel een knelpunt te zijn. Ze verkopen hier geen blaadjes maar zakjes gelatine.
In de supermarkt komen we voor een reusachtige afdeling ‘gelatine’ te staan. Jello of gelatinepudding is hier een geliefd en goedkoop nagerecht. De zakjes zijn verkrijgbaar in tientallen kleuren en smaken,een glibberig en bibberig goedje. We (vooral Annie dan) rekenen en rekenen. We gaan eerst op prospectie, onder andere op zoek naar plastic potjes, en daarna op kooptocht, gelukkig samen met Cristina die ons wijze raad kan geven.
Na de inkoopfase volgt de uitvoeringsfase: we gaan aan de slag in de ruime keuken van Tapori. En het lukt wonderwel heel goed! We hebben wel schrik – grote schrik – dat onze panna cotta niet zal opstijven, maar we hadden er heimelijk een beetje meer gelatine in verwerkt dan aangegeven en inderdaad: het resultaat is excellent, een “fiesta de comida” (eetfestijn) waardig!

We krijgen de suggestie om boven onze panna cotta een beetje verse maracuja, passievrucht, te druppelen en dit komt de uiteindelijke smaak zeker ten goede. De maracujás hier zijn heel groot en lichtgeel van kleur. En de smaak is uitzonderlijk goed, net zoals alle diverse lekkere fruit dat we nog zullen leren kennen.
We krijgen ook meer zicht op de bedoeling van deze fiesta de comidas: er wordt heel veel eten klaargemaakt en tegen betaling worden er porties afgehaald maar ook ter plaatse gegeten. Het is een heel erg familiaal gebeuren en op die manier steunen de mensen Tapori.
De ‘comidas’ bestaan uit: Pollo asado (gebakken kip), Chuleta (koteletje op de barbecue), Encebollado en Yaguarlocro. Wij kiezen voor deze laatste twee gerechten, omdat ze ons nogal exotisch voorkomen: Encebollado is een vissoep met tonijn, geserveerd in een lekkere bouillon met gekookte yucca of cassave, limoenpartjes en rode ajuin. En yaguarlocro is een gerecht op basis van ingewanden van lammetjes, geserveerd in een soep met aardappelen en ui, en erbovenop een schepje gebakken lamsbloed, een stukje avocado en ingemaakte rode ajuinringen. Echt op en top Ecuadoriaanse traditionele gerechten, lekker en origineel!
Naar Tena en de Amazonia
In het holst van de nacht staan we samen met Cristina op de hoek van onze straat, te wachten op de bus die ons naar het Regenwoud zal brengen. Het avontuur kan beginnen. En een avontuur wordt het! We moeten zwemkledij en een handdoek meehebben, muggenspray en “bloqeador” (zonnecreme) en watersandalen.
Tena ligt op ongeveer 100 km zuidoost van Quito. Maar daar waar Quito midden in de Andes ligt op een hoogte van 2850 m ligt Tena in de heuvels die de oostelijke uitlopers van de Andes vormen, op een hoogte van 600 m. We gaan al onze medereizigers quasi op hun thuisadres ophalen. Zo rijden we al ongeveer twee uur rond als we tot de vaststelling komen dat we nog geen 10 km van Quito verwijderd zijn! Maar goed, ons enthousiasme is niet klein te krijgen en uiteindelijk gaan we langs de weg van de luchthaven toch richting Amazone!
Onderweg passeren we het Parque Nacional Antisana. Omdat ik dit op een bordje heb zien staan kan ik ook het juiste antwoord geven op de wedstrijdvraag van Mari, onze gids, krijg ik een snoepje als beloning.
We rijden naar Pangayacu aan de Rio Jatunyacu, en aan de Cascada Paccha valt ons een eerste waterfestijn te beurt. De grillige en snelstromende rivier met de vele rotsblokken zorgt voor plaatsen waar we kunnen baden en waar we ons kunnen insmeren met geneeskrachtige modder, zomaar vanuit de bodem van de rivier geplukt. We doen jolig mee met de waterpret en beleven een mooie namiddag. Het valt op dat niet zoveel Ecuadorianen echt kunnen zwemmen. Maar het is een geanimeerde bedoening waarbij we ook een demonstratie chocolade maken krijgen: van de cacaonoot die geroosterd en gepeld wordt, vervolgens gemalen met een handmolentje, een beetje water en aromaten erbij… en we mogen proeven van een heerlijk stukje banaan met chocolade.


Later worden we met een bootje naar een inheems dorp gebracht, waar meisjes een dansje opvoeren en waar we een fotosessie aangeboden krijgen met toekans, papegaaien, aapjes, slangen en een reuzenspin … Allemaal heel leuk voor de mensen maar voor ons een beetje ‘gemaakt’, zonder daarom blasé te willen doen. De dansmeisjes bijvoorbeeld zijn helemaal niet enthousiast, het is een schijnvertoning die uiteindelijk niet veel inhoudt.
Waar we wel honderd procent van genieten is de hartelijkheid van onze medereizigers, gewone mensen die met hun gezin een uitstap maken, die er misschien voor gespaard hebben of die iets te vieren hebben. Op het strand maken we ook kennis met de lokale lekkernij: de chontacuro, reusachtige vette rupsen die ze roosteren en opeten. Er worden geneeskrachtige en andere eigenschappen aan toegeschreven. Maar… dat is echt geen spek voor onze bek! Wat we wel aten is gefrituurde tilapia.
´s Avonds gaan we nog met de bus naar de feestelijkheden in het stadje Tena! Er is volop ambiance. We spreken een plaats af waar we om 11pm zullen verzamelen en ieder kan vrij rondlopen en genieten van dans en muziek. Er staan kraampjes langsheen de weg, er is een enorme uitkijktoren en we genieten optimaal van de sfeer … We dansen zelfs mee in de lange sliert van mensen die op het ritme van de samba, de mambo, de rumba, chachacha, de conga, de lambada, de merengue … hun weg zoeken langsheen het parcours van de fiësta!
Met Freddy naar PAPALLACTA
Deze trip is een tip van Inge: zij leert ons Freddy kennen, taxichauffeur in Zambiza en vriend van Saulo. We plannen een dagtrip naar Papallacta (3200 m hoogte) om er in het nationaal park te wandelen en de warmwaterbronnen te bezoeken.
We vertrekken heel vroeg omdat de Andes dan het mooiste is. Naar de avond toe is er veel kans op mist. We rijden langs het kapelletje van de Virgen del Páramo (4000 m hoogte). Freddy ontpopt zich als uitstekende gids: hij vertelt over de lagunas (de meren) en over de páramo (hoogland) terwijl we door een ongezien mooie streek wandelen. Door de grote hoogte wandelen we traag en genieten we van de zon en de staalblauwe lucht, en van de weerspiegelingen in het water die prachtige kleurenvariaties opleveren: blauwen en groenen, turquoise en donkerbruine tinten variëren met de stand van de zon en van de wolken, een steeds wisselend palet!
Het absolute hoogtepunt van onze trip is wanneer we dankzij Freddy’s opmerkzaamheid een arcoiris of regenboog zien, in de vorm van een complete boog rondom de zon. En plots… zien we daar net in die arcoiris twee condors hoog aan de hemel zweven op de luchtlagen. Het is een unieke, magische bijna mystieke belevenis. Ook Freddy is in alle staten en draagt zijn enthousiasme op ons over!!!

Na het middagmaal bezoeken we de warmwaterbaden. We verwachten er eigenlijk niet veel van, maar daar hebben we ons eventjes misrekend: de Termas zijn een uitgebreid en goed georganiseerd complex met diverse zwembaden, met diverse gradaties van warmte. We vallen van de ene verbazing in de andere en amuseren ons kostelijk. We vernemen dat in deze streek bijna elk huis of hotel zijn eigen hot spring heeft. Vervuld van alle wonderen der natuur en met deze pure schoonheid nog op ons netvlies laten we ons moe maar voldaan huiswaarts rijden: Wat een dag, met grote dank aan en waardering voor onze charmante gids! Zijn enthousiasme voor en kennis van de natuur overweldigt ons en het is een vreugde hem te zien genieten in de warmwaterbaden!
Met Maria en Luigi , Kathy en Giovanni op reis naar …
Op Tapori leren we Maria kennen, een deelneemster aan de kantkloscursus. Maria is ongeveer 16 jaar en de dochter van Giovanni en Kathy. Kathy is dokter en werkt full time in een ziekenhuis in Quito. Op zaterdagvoormiddag doet zij consultaties op Tapori. Het zijn super sympathieke en enthousiaste mensen, een dynamisch gezin waar Maria het haantje de voorste is. Zij is een intellectueel zeer begaafd. Vader Giovanni is thuiswerkende IT-er en we worden uitgenodigd om samen met de familie een dagje door te brengen.
We worden afgehaald en gaan eerst bij de familie thuis ontbijten. Dat is het plan, maar Giovanni vertelt ons dat wij – op aanraden van Kathy – eerst naar de markt moeten gaan, een blits-bezoek, zegt hij.
Het volgend uur komen we in een rollercoaster terecht, we bezoeken de openluchtmarkt in ijltempo. We proberen Giovanni bij te houden, maar hij snelt van het ene kraam naar het andere … Iedereen kent hem hier en hij groet links en rechts, koopt hier en daar, zwaait naar de ene en grapt ondertussen met een andere … Het is een feest aan kleuren en geuren. Het is onvoorstelbaar en onverwacht wat we meemaken: we zien varkenskoppen, -poten en – worsten, ingewanden en testikels zijn opgehangen aan haken. We zien reusachtige tonijnen en rijen vissen, manden vol met een soort oesters, met krabben en schelpdieren. We zien stapels kippenpoten en runderribben, rijen emmers vol met aardappelen en met avocado’s, opgestapelde groenten, veelkleurig fruit en geurige kruiden … het houdt niet op, we kijken onze ogen uit. Ondertussen moeten/mogen we – voor het ontbijt – proeven van een stukje gebakken varkenskop (hard als leer!), van een opgevulde gepofte zoete aardappel (met hete saus!), versgeperst suikerruit (vers van de pers!) drinken … dat alles terwijl we Giovanni proberen bij te houden en tegelijk foto’s te maken en rond te kijken …
Tot hier enkele stukjes uit het verhaal over het verblijf van Nadine en Annie bij ons. Je kan het hele verhaal van Nadine hier downloaden.
