Woensdag 21 december: Verdriet

We sluiten hier met het overlijden van Jaime, compagnon en vriend van Saulo in Jayac, enkele heel bewogen en trieste dagen en weken af. Een beetje verder kunnen jullie een stukje uit de homilie van de begrafenis lezen. Saulo zorgde voor een heel mooie wake, drie dagen lang, met heel veel mensen van dichtbij en veraf, heel veel muziek, heel veel emoties, ook voor mij heel overweldigend. Ik voeg hier nog een foto toe van Jaime met Jayac, tijdens een optreden vorige zomer.

De dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar geven ons nu wat tijd om terug te blikken op alles wat het voorbije jaar gebeurde: heel veel mooie dingen, maar ook intens en nabij verdriet. Alle mooie herinneringen blijven we dankbaar koesteren, en we zorgen voor elkaar zodat de pijn en ’t verdriet milder worden. We nemen ons voor om elke nieuwe dag van het komende jaar zo mooi mogelijk in te kleuren.

Dinsdag 27 december: Kerstmis met gerookte zalm uit België en paella voor 60 mensen

We vierden kerstavond samen met Sarah en Amelie en ook de mama van Saulo. Amelie bracht een heel lekkere gerookte zalm mee, made in Weststraat 48 in Ingelmunster door opa. Schitterend! Ik denk echt dat het de lekkerste gerookte zalm is die er bestaat.

Amelie is nu hier voor enkele weken, ook voor haar wat tijd om tot rust te komen. September en oktober in België waren moeilijke maanden, waarin ze bijna niet sliep en alle goesting in het maken van mooie dingen verloor. Maar gelukkig gaat het nu weer beter en ze schildert weer verder aan haar Mandala op het dak van ons huis. Op de satellietbeelden van Google Maps is die mandala ondertussen al goed zichtbaar. Je moet maar eens googelen naar “11 de Febrero y Espejo, Zambiza”. Als kerstcadeautje kreeg ik van haar, heel fijne aquarel-bloemen-schilderijtjes, waarmee een nieuwe verjaardagskalender gemaakt kan worden. In maart komt ze nog voor enkele maanden terug naar België om enkele cursussen te volgen, o.a. creatieve therapie en misschien ook keramiek. En in augustus zet ze hier dan aan de universiteit haar opleiding in dezelfde kunstrichting verder.

 

Op kerstmis kwam traditiegetrouw de ganse familie naar hier en we maakten paella in een heel grote bronzen pan op een houtvuur. Behalve de kippenbouillonblokjes die bij gebrek aan een goede zelfgemaakte bouillon toegevoegd werden, was de schotel perfect. Daarna zouden we in de houtoven nog “arepas venezolanas” maken, een soort gebakje met pompoen, maisbloem, kaas en bruine suiker… Maar de jonge gasten namen het roer over… En er werd nogal wat sterke drank verzet… en ’t ging almaar luider en enkelen hadden een glaasje op… Dat was nog nooit tevoren in ons huis gebeurd en ik moet eerlijk toegeven dat ik er niet mee gediend was. Het feest werd zo in mineur afgesloten en iedereen droop af. Ik hoop dat het de eerste en laatste keer was dat dit gebeurde en herinner me liever de lekkere paella.

Donderdag 5 januari: teamvergadering in Tapori met driekoningentaart

Voila, het werkjaar in Tapori is weer ingezet, hopelijk een “rustig” werkjaar, en met rustig bedoelen we vooral dat we gewoon goed mogen doorwerken, zonder nieuwe turbulenties. En we hopen ook dat de naweeën van de pandemie die we vorig jaar nog altijd ondervonden, met onder andere een enorme in(haal)stroom van nieuwe mensen met een beperking, veel kinderen in de bibliotheek die amper konden lezen en schrijven, meer mensen met ernstige diagnoses in de consultatie en jongeren met mentale gezondheidsproblemen eindelijk mag luwen. Dat was immers de algemene toon in de verslaggeving van elk projectonderdeel tijdens de Algemene Vergadering, net voor kerstmis. In alle voorzieningen van Tapori werd heel hard gewerkt. Maar we zagen veel te veel situaties die bij gebrek aan therapie of medisch onderzoek, goed onderwijs en begeleiding tot ernstige achterstand of verwikkelingen leidde, soms onomkeerbaar… Iedereen van het Tapori-team verlangt ernaar om gewoon tijd te krijgen om te herstellen waar mogelijk, tijd in te halen, mensen optrekken en terug op de rails te helpen zetten.

 

We hopen ook dat er tijd zal zijn voor vorming voor onszelf en voor studenten die bij ons stage lopen en ook voor ouders en kinderen. Want leren is iets van elke dag, en het is nodig en ook boeiend. In leefgroep van de kleuters met ontwikkelingsstoornissen en kinderen met ernstige meervoudige beperking willen de begeleiders samen zoeken hoe het concept van interdisciplinair samenwerken verder vorm te geven in het dagelijkse leven: Wat kan Anita, de kinderverzorgster, leren van Ariel, de kinesitherapeut, om een kind te leren zelfstandig zijn jas aan te doen? En hoe kan Evelyn, de logopediste, daarbij helpen om alles duidelijk naar het kind toe te communiceren.

Samenwerken blijft een uitdaging want therapeuten worden vaak geleerd om individueel, in hun eigen werkruimte, te werken met elk kind, elk op zijn of haar eigen terrein. Nochtans is het gewone dagelijkse leven geen opstapeling van afzonderlijke hokjes maar een samensmelting van alles. Misschien kunnen hierover wel enkele workshops georganiseerd worden met mensen van België.

En Elisa, die vorig jaar afstudeerde als ergotherapeut en voor het ogenblik in Gent werkt als leefgroepbegeleidster in de kinder-en-jeugdpsychiatrie, leerde ons de bewegingspedagogiek van Sherborne kennen. Dat is een psychomotorische methodiek die via bewegingen en oefeningen de motorische en cognitieve ontwikkeling stimuleert, maar ook op sociaal en emotioneel vlak bijdraagt tot welzijn. Dat zou ook een mooi leerproject in Tapori kunnen worden. En het atelier in Tapori waar hulpmiddelen zoals spalkjes, aanpassingen aan stoeltjes, rolwagens en looprekjes gemaakt worden kijkt ook uit naar bijscholing. En over relaties en seksualiteit bij de jongeren met een verstandelijke beperking die naar de leefgroep komen zitten, we ook nog vaak met ons handen in het haar. Vorig jaar moesten Ximena en ik diep ingrijpen bij een situatie met grensoverschrijdend gedrag en ongewenste zwangerschap bij een jonge vrouw. En we stellen ook vaker seksueel overdraagbare aandoeningen vast. Veel (leer)-werk aan de winkel dus.

Op ’t einde van de vergadering aten we amandeltaart, waar drie bonen in verstopt zaten. Evelyn, Patricio en Carmita waren de koningen van de dag.

Zondag 29 januari: We hadden zo’n fijn bezoek

We startten ook dit jaar met bezoek, bijzonder mooi bezoek: Hilde Bruneel en Stefaan Vanneste, afkomstig uit West-Vlaanderen, maar woonachtig in Oostmalle. Zij zijn de ouders van Hadewich die samen met haar vriend ook voor drie maanden hier waren. Hadewich en Jonas doorkruisten in november Ecuador met de fiets, een heel boeiende onderneming waarover je op deze link in polarsteps een verslag vindt. Na de tocht hielp Hadewich me als huisarts bij de consultaties in Tapori.

Hilde en Stefaan leerde ik kennen toen ik nog studeerde in Leuven, het jaar voor ik naar Chili op stage ging. Zij hadden toen drie jaar in Peru gewerkt, en via Agnes, de zus van Hilde, had ik hen uitgenodigd om voor alle studenten die naar Latijns-Amerika op stage wilden te komen getuigen over hun wedervaren. Hun verhaal bleef een heel mooie en diepe stempel drukken op mijn leven… en zie… na meer dan dertig jaar mogen we hen hier in ons huisje en in Tapori ontvangen. Het was op beide plekken zo’n zacht samenzijn, vol wederzijds begrip en erkenning, heel eenvoudig, rustig en vanzelf, alsof ’t al altijd zo geweest was.

In Tapori werd er met mensen gepraat, geluisterd naar hun verhaal, samen gelachen en ook een traantje weggepinkt, gespeeld met de kinderen en gedanst met de jongeren. Er werd gekookt en lekker gegeten. En er werd ook muziek gemaakt, want op een dag speelden Hadewich en Hilde klarinetmuziek, buiten op het grasplein tijdens de speeltijd om tien uur. Er ging precies een betovering door Tapori. Iedereen ging kijken, luisteren, genieten van de zachte tonen. Je had het effect op sommige kinderen moeten zien: Rafael, een jongen van 8 met hersenverlamming die nogal kan zeuren en kniezen, richtte zijn hoofdje op en wiegde mee met de muziek. Lenin, een jongen van 14 met ernstige meervoudige beperking, zocht met zijn hoofdje vanwaar de klanken kwamen. Sommige jongeren werden zo rustig dat ze in slaap vielen. Toevallige voorbijgangers op straat bleven staan luisteren. En in het team werd gefluisterd hoe zalig het was iedereen zo ontspannen te zien. Zalig, dat is het goede woord… zalige momenten die we voor altijd zullen koesteren.

We deden ook enkele daguitstapjes: Het klassieke oude Quito waar we heerlijke momenten beleefden in het San Franciscoklooster en waardoor sommigen onder ons overwogen om er misschien wel binnen te treden. We aten beschuitjes met kaas heel dicht bij de open Cayambevulkaan en ontdekten ook voor mij nog nieuwe plekjes dicht bij Otavalo. En als kers op de taart was er de vlindertuin en chocoladetour in Mindo. Zalig mooie dagen. En zoals Stefaan ook zei: Dat mooie samenzijn had gerust nog veel langer mogen duren…

Zondag 12 februari: Over Antwerpse coke uit Ecuador, met Inge op haar paard…

De Standaard bloklettert: “Hoe Ecuador hét exportland voor Antwerpse coke werd”. En in de ondertitel staat “lijken aan bruggen, bomauto’s en moordcijfers die records breken”. Hier de link voor wie het artikel wil lezen .

Niet bepaald geruststellend en al helemaal niet om fier op te zijn of om mensen uit te nodigen om naar Ecuador te komen. Ik mag de titel jammer genoeg niet ontkennen. In Ecuador weerspiegelen een aantal cijfers een trieste sociale en politieke realiteit: de toekomst voor veel jongeren is grijs, zonder veel perspectief. Er zijn maar weinig kansen om verder te leren en er is te weinig werk. Zo solliciteerden meer dan 18.000 mensen voor 228 vacatures als vuilnisman of –vrouw in Quito. Je leest het goed en er is geen nulleke teveel getypt. Ik geloofde het niet toen ik het las, maar vroeg het na bij iemand van onze familie die bij de betreffende stadsdienst werkt. En het is waar… 18.000 kandidaten voor 228 werkplekken. En als jongeren dan werk vinden, krijgen ze hiervoor vaak een weinig opbeurend en motiverend loon. Er zijn meer bedelaars en er leven meer mensen op straat. Er zijn meer diefstallen en overvallen, ook met geweld. Nieuws over illegale migratie van jonge mensen naar de USA, soms hele families zelfs met kleine kinderen, grote stukken te voet door de jungle in Colombia en Panama en door de woestijn in Mexico, en daarbij ook nieuws over mensen die vermist zijn of onderweg overlijden of vermoord teruggevonden worden, hoor je bijna elke dag. Minstens 15 jongeren uit Zambiza zijn de voorbije maanden vertrokken. Migranten krijgen een gezicht… ’t Komt zoveel dichterbij. Het hoeft met dit verhaal weinig verbeelding meer om uit te leggen waarom mensen vertrekken… Weinig hoopgevend perspectief dus, waarbij voor diegenen die blijven de deur naar drugsgebruik, drugstrafiek en straatbendes wijd open staat.

Maar toch, ik durf te stellen dat diegenen die het slechte pad op gaan nog steeds een heel klein deel van alle mensen is, en dat het grootste aandeel van al dat geweld gebeurt binnen die kleine groep mensen. Het overgrote deel van de Ecuadoranen zijn nog altijd heel lieve, verdraagzame en behulpzame mensen, die goed willen werken en rustig willen samenleven, en hun deuren wagenwijd openhouden om het mooie Ecuador aan al wie maar wil te tonen.

Daarom maakt datgene wat in het artikel staat me ook boos. Zinswendingen, een toegevoegd bijvoeglijk naamwoord, zelfstandige naamwoorden in het meervoud zorgen voor veralgemening waardoor de tekst aan objectiviteit verliest. “DUIZENDEN moorden” en “lijken aan bruggen” wordt er geblokletterd, alsof iedereen hier overal en op elk moment het gevaar loopt gefolterd, doodgeschoten en opgehangen te worden aan een brug, terwijl het vooral over afrekeningen binnen het drugsmilieu en voor een groot deel binnen de gevangenismuren gaat. Die overlijdens zijn daarom niet minder erg of minder belangrijk dan andere overlijdens. Maar ik wil hier de auteur van het artikel wijzen op het uitvergroten van het gevoel van onveiligheid door de veralgemeningen en overdrijvingen.

Anderzijds gaat het ook over het uitdiepen van feiten. Ik huiver al  helemaal bij het lezen over de “cri du coeur” van Cynthia Viteri, de burgemeester van de Ecuadoraanse havenstad Guayaquil. Ze kon de situatie in haar stad zogenaamd niet meer aanzien en drukte de president met de neus op de feiten. Iedereen weet hoe theatraal die vrouw is, terwijl in eigen boezem kijken des te moeilijker blijkt te zijn. Ik blijk in Ecuador gelukkig helemaal niet de enige te zijn die zich afvraagt of mevrouw Viteri al eens heeft nagedacht over hoe het zover gekomen is in de stad waar zij en haar voorgangers, een conservatieve rechtse partij, bijna dertig jaar lang aan de macht waren. Ongelijkheid groeide er nog meer dan in andere steden, marginale stadsranden schoten uit hun voegen en groeiden in het wilde weg, zonder goede scholen, zonder ziekenhuizen, zonder werkgelegenheid. Het grootste deel van de bevolking gelooft nog maar weinig in de politiek die bedorven is door corruptie en onkunde, en heel veel mensen overleven in de informaliteit en trekken hun plan, terwijl een elite achter grote muren almaar meer rijkdom vergaart en die naar het buitenland versluist, en in de weken voor kerstmis cadeautjes uitdeelt aan de arme kinderen, bijvoorbeeld gratis lessen zelfverdediging!

Maar de groeiende ongelijkheid zorgt voor steeds meer geweld en de emmer van verdraagzaamheid en “laisser faire, laisser passer” liep dan toch over. De mensen stuurden haar en haar partijgenoten bij de lokale verkiezingen in januari eindelijk naar huis, de mensen die echt beter en mooier en rustiger willen leven. Maar het zijn die mensen die door de veralgemeningen in het artikel in De Standaard helemaal op de achtergrond verdwijnen. Misschien zouden berichten met goed nieuws over die mensen, naast de krantenberichten met slecht en verontrustend nieuws, voor wat meer evenwicht en lichtheid zorgen. ‘t Is maar een gedacht, een stille wenk naar de auteur van het krantenbericht.

Vrijdag 9 maart: bedenkingen

Voila, ’t wel en wee is weer geschreven… Maar onmiddellijk komt de bedenking dat er nog zoveel meer gezegd en verteld kan worden. En papa dringt er op aan om nog eens klaar en duidelijk uit te leggen hoe Tapori in elkaar zit, de vier luiken te belichten en te vertellen hoeveel mensen er werken, en hoe de financiering in elkaar zit en hoe dagelijkse werking samengaat met projecten zoals preventie van verwikkelingen bij handicap, dat ondersteund wordt door de Provincie West-Vlaanderen, of zoals klein ondernemerschap bij jongeren met een verstandelijke beperking en hun familie, een project dat loopt met de ondersteuning van de Gemeente Wevelgem. En over hoe onze werking bijdraagt tot structurele veranderingen… of misschien ook niet… Hij zou ook graag zien dat mijn collega’s compagnons ook eens schrijven en vertellen hoe alles draait. Teveel teveel teveel om ’t allemaal op te schrijven…

Maar binnenkort kan ik het jullie allemaal “in levende lijve” vertellen, want op 26 april komen Saulo en ik naar België. Op 6 mei wil ik jullie graag aan de koffietafel of bij een ecuadoraanse hap met Saulo als chef-kok ’s avonds in het OC De Stekke in Moorsele nog veel meer vertellen over Tapori en ’t leven in Ecuador en al jullie vragen beantwoorden. Of dat kan ook tijdens een wandeling of fietstocht in het weekend van 12, 13 en 14 mei in Zuid-West-Vlaanderen. De uitnodigingen vinden jullie hier verder in de nieuwsbrief.

Hopelijk tot dan!

Inge